Ik ben opgegroeid in een tijd waar in het jeugdhonk elke week wel een nieuw rockbandje optrad. Hoezeer ik Spotify tegenwoordig ook afstruin, ik kom ze niet meer tegen. Ze lijken te zijn vergaan samen met de cassettebandjes waarop de muziek vroeger werd verspreid. Maar toen viel dit ceedeetje van Sven Agaath op de deurmat. Met precies datgene wat er al enige tijd in mijn leven ontbreekt.
Rock!
“Rock” zingen ze al in opener ‘End Of War’. Rockliedjes zijn het inderdaad. Van het soort dat een energiebron weet aan te boren waar cafeïne nooit komt. Teksten die uitgeschreeuwd worden als het nodig is en nummers waar de band zich verliest in het experiment. Gewoon omdat het kan.
Vergif voor de oren
In ‘Close Encounters’ lijken de marsmannetjes op de Cariben te zijn geland. ‘Honey Acid’ kan als vergif voor de oren overkomen, voor mij is het echter La Dolce Vita. Lang kan de ‘Time In France’ nooit geweest zijn voor Sven Agaath. Het nummer duurt veertig seconden.
En dan de teksten. Volgens mij is het niemand ooit gelukt om met een logische uitleg van de teksten van Nirvana te komen en dat geldt ook voor Sven Agaath. Van “Incesticide” naar ‘Pesticide’ is ook nog maar een kleine stap.
De wereld redden
Het is de samengebalde muziek die de emoties opwekken waarvan je dacht ze al lang achter je te hebben gelaten. Maar ergens smeult nog dat kleine beetje hoop dat jij, en alleen jij, deze wereld kan redden van de ondergang voordat ze aan haar “End Of Latin” is.