Walter van den Berg-De Hondenkoning

De jongste debutant dit jaar is Walter van den Berg met De Hondenkoning. Zijn achteloze vertelstijl wekt bij sommige oudere mensen in het publiek ergernis op, maar sluit naadloos aan bij de gehanteerde schrijfstijl van zijn debuut, die welhaast nonchalant lijkt.

Het was voor Walter van den Berg ook geen vooropgezet plan om schrijver te worden. Het overkwam hem gewoon. Geheel toevallig kwam hij bij een literair agent terecht, die hem vroeg dan eens wat verhalen te laten zien toen Walter’s hobby ter sprake kwam. De verhalen ontlokte bij hem de uitspraak “Schrijf een boek en ik zorg dat het uitgegeven wordt.” “Dus dat deed ik maar,” vertelt Walter. Hij deed een aantal aanzetten, maar de verhaalideeën stonden te ver van hem af om goede boeken te worden.

Molentjes tellen
Toen besloot hij maar een boek over zichzelf te schrijven. In zijn debuut vertelt Walter van den Berg over zijn belevenissen bij een bedrijf waar hij een tijdje gedetacheerd is geweest. “Soms praatten we alleen op maandag tegen elkaar, soms helemaal niet.” Typeert de ‘collegiale’ sfeer bij het bedrijf. Ook de dagelijkse – vaak zwijgzame- lunchwandelingen zijn te absurd om echt gebeurd te zijn. Volwassen mensen die het aantal kabouters tellen in de voortuintjes die ze schrijlings passeren. Walter van den Berg verzekert ons echter dat alles echt gebeurd is:”We telden niet altijd kabouters. We telden ook wel eens de molentjes.”

Het lijkt lichte lectuur maar het thema is dat zeker niet: de ambivalente wens op zo’n niveau sociale vaardigheden te ontwikkelen, dat hij in contact kan komen met andere meisjes, bij voorkeur een meisje. En aan de andere kant zich te ontrekken van de maatschappij, iets waar bijna elke schrijver zich wel in herkent. Het maakt De Hondenkoning tot een gedenkwaardig debuut.

Morgen: Anton Valens-Meester in de hygiene

Plaats een reactie

Ik accepteer de Privacy Policy

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.