“Gila Man” van Todd Tobias is een nagenoeg instrumentaal album. Aan enkele nummers leende de Britse Chloë March haar stem, maar dat doet ze in woordloze klanken. De composities ontwaken het verlangen om terug te keren naar de tijd van cowboys en indianen. Het begeleidend schrijven roept op tot het creëren van je eigen verhalen en dat is dan ook wat we gaan doen. Je kunt hier om de zoveel dagen een hoofdstuk verwachten van het verhaal dat wij in deze muziek horen. Het wilde westen van Todd Tobias en de Gila Man roept ons.
1. Down from Sky Island
“Weinig mensen kennen het gebied waar ik vandaan kom en dus ook het verhaal dat ik je op het punt sta te vertellen is nog niet wijd verspreid.” De oude cowboy zweeg even terwijl hij probeerde het kampvuur nog wat aan te wakkeren met zijn verkrampte handen. “Het Guadalupe gebergte ligt daar,” wees hij in de verte,”en daar gebeurde het.” Zijn stem leek ergens halverwege te blijven zweven in een zin die maar niet werd afgemaakt.
“Het was een nacht als deze. Niet warm, maar echt koud kon je het ook niet noemen. Maar nu ben ik oud.” Er verscheen een grijns op zijn gezicht. “Het was een enorm kabaal. De hemel was fel verlicht. Maar dat was nog tot daar aan toe. Het waren de op hol geslagen koeien waardoor ik eruit moest. Nog een geluk dat ik met mijn laarzen aan sliep.”
Todd liep naar zijn paard, sneller dan hem lief was. De koeien leken wel te vliegen, zo snel gingen ze. Iets of iemand leek een enorme aantrekkingskracht op hen uit te oefenen, zo sterk dat het zelfs de aardse wetten betreffende zwaartekracht leek te tarten. Hoe dichterbij de bergen kwamen des te groter de afstand tot de koeien leek te worden. Met tegenzin begon Todd aan de klim over het pad dat de koeien voor hem hadden bereid.
Het was niet zijn eerste en zou ook zeker niet zijn laatste Sky Island klim worden, maar sinds zijn ontmoeting met een slang was hij er toch wat minder happig op geworden. Zeker zo midden in de nacht. Het punt waarop het te steil zou worden voor zijn trouwe viervoeter was al in zijn gedachten. Todd hield zich vast aan het feit dat ook slangen niet van kou hielden.
Zijn hand zakte omlaag naar zijn heup en hij omklemde het koude staal van zijn Colt. Diep gebogen over zijn paard ontweek Todd de laaghangende takken. Hij begreep er niets van waarom hij de koeien nog steeds niet in zicht had. Hij had het nog nooit meegemaakt dat een koe sneller liep dan een paard en al helemaal niet als ze in een kudde liepen en zo lang!
De hemel lichtte op, maar het was niet het ochtendgloren. Zoveel tijd was er ook weer niet verstreken. Een enorm gebulder weerklonk. Stofwolken stegen op en omhulden de berg. Todd kon zijn ogen niet geloven. Daar kwamen zijn geliefde koeien, maar ze kwamen regelrecht op hem af. Hij verplaatste zijn handen omhoog en omklemde de stevige tak boven hem. Het was nu even ieder voor zich. Sorry paardje. Als een slang krulde hij zich om de tak en zag de razende stampede onder hem voorbij gaan.Weer omlaag. Weg van Sky Island.
2. Race to the Barrens
Langzaam liet Todd zich weer zakken van de tak. Hij trok zijn hoed nog dieper over zijn oren. Er voltrok zich een grijns op zijn gezicht. Hoe het kon wist hij niet maar zijn paard stond nog precies zo als voor de komst van de razende Bertha’s. Ze had werkelijk geen hoef bewogen en leek compleet onaangeraakt. Een rare kwestie waar Todd nu echter geen tijd voor had om zich verder in te verdiepen en als dat er wel was geweest had hij het er waarschijnlijk ook bij gelaten. Je schiet er immers niets mee op om je tijd aan dergelijke zaken te verspillen. Todd blies op zijn vingers. Zijn paard draaide zich om haar as en kwam naar hem toe gelopen. Haar oren gespitst in de richting waarheen de koeien waren doorgelopen. Je moest er wat voor over hebben om je boterham veilig te stellen.
Het was een zware tocht over de mulle ondergrond. Todd had er geen rekening mee gehouden dat hij zo lang bezig zou zijn om zijn kudde terug te krijgen. Aan de ene kant voordelig voor zijn paard omdat ze nu wel heel lichtbepakt reisden. Aan de andere kant zou ze nu ook wel dorst hebben. Todd stopte bij een beekje. Het zou voor lange tijd de enige drinkmogelijkheid zijn dus ze moesten het er maar van nemen. De volgende stroom waarvan je de inhoud als water zou kunnen betitelen lag ver voorbij de Barrens.
Na hun stop zette hij weer flink de vaart erin maar Todd merkte dat zijn paard er moeite mee had. Hij kon echter beter niet te veel treuzelen. Van diverse buren uit de nabije omgeving had hij namelijk begrepen dat er veedieven actief waren en er was niets eenvoudiger te stelen dan een loslopende kudde. De gedachte was nauwelijks bij hem opgekomen of hij kreeg een aantal donkere gedaantes in zijn vizier. Ze waren ook te paard. Zwarte hoeden, zwarte blouses en over de onderste helft van hun gezicht leken ze een zwarte doek te hebben geknoopt.
Todd tikte tegen zijn hoed ter begroeting. “Goedenacht. Bijzonder tijdstip voor een ritje. Is er wat ontsnapt?” Ontkennen had geen zin. “Kunnen we helpen?” Todd wuifde het verzoek weg. “Geluk voor je dat ze deze kant op maar weinig richtingen op kunnen. Hoeveel zijn er ontsnapt?” Het was steeds dezelfde man die aan het woord was. Todd maakte korte metten met het gesprek. “Sorry mannen, maar ik moet even vaart maken.” En hij spoorde zijn paard aan.
De nachtelijke rust keerde er weer door terug, maar het zorgde er niet voor dat hij het groepje mannen kwijtraakte. Al bleven ze wel op gepaste afstand. Todd moest hoe dan ook ervoor zorgen dat hij ruim voor hen bij de Barrens arriveerden. Hij had niet de illusie zijn kudde daarvoor al weer tegen te komen. Misschien waren ze zelfs al bij Howler’s Hill. Het kon gemakkelijk gezien de snelheid waarmee hij ze had zien bewegen.
Todd was er inmiddels volledig van overtuigd dat hij met veedieven van doen had. Hoe het met de conditie van hun paarden gesteld was, was lastig in te schatten. Wel zag Todd dat ze flink zwaarder bepakt waren. Hij gaf zijn paard weer de sporen. Ze leek er weer zin in te hebben. Hij keek achter zich. De afstand werd kleiner. Mogelijkheden om af te snijden waren er niet en Todd durfde er niet op te gokken dat de paarden van zijn achtervolgers uiteindelijk vermoeid zouden raken. Zo ver was het ook niet meer naar de Barrens.
Zijn hand greep al naar zijn Colt toen zijn oog op iets anders viel. Een natuurlijk wapen waarmee hij verwarring kon scheppen en kogels besparen. Hij zette zich over zijn natuurlijke angst heen, helde over naar beneden en greep de giftige ratelslang precies achter zijn kop. Met een klap versufte hij hem even. Todd liet zijn paard draaien en haar zo hard ze kon in tegenovergestelde richting draven.
Voordat de veedieven door hadden wat hen overkwam had de ratelslang zijn tanden al in de wang van de meest spraakzame van het drietal gezet. Met de Colt in zijn linkerhand vuurde Todd een schot af. Een van de drie paarden zakte door haar hoeven, haar berijder stortte ter aarde. Er klonk een krakend geluid. De rotsachtige dorre grond waar al decennia niets groeide gaf niet mee. De enige nog enigszins bij bewustzijn zijnde veedief maakte kennis met Todd’s elleboog, bijna net zo hard als de grond waarover Todd alweer richting de Barrens stoof, zijn kudde achterna. De race was gewonnen.